ELST – Mezak Bakarbessy (91, uit Elst) kwam in 1951 als KNIL-soldaat aan in Nederland, samen met zijn zwangere vrouw. Bij aankomst wordt zijn militaire rangorde afgenomen. 

Krant – De Gelderlander vrijdag 29 juni 2018

Nu, 67 jaar later, mag hij op zaterdag 30 juni tijdens de Veteranendag in Den Haag de militaire parade begeleiden in een jeep. Hij is ook uitgenodigd voor een gesprek met de president en de koning in het torentje en zal zijn verhaal worden voorgedragen in de ridderzaal.

Bakarbessy is zelf vooral erg dankbaar dat hij het nog mee kan maken en trots dat hij de RMS-vlag op zijn borst mag spelden. ,,Je staat daar niet alleen voor jezelf, maar ook voor alle KNIL-soldaten die het niet meer mee kunnen maken.” Na jaren van woede over het afpakken van de militaire rangorde en het niet naar huis kunnen, krijgen de soldaten nu eerherstel en erkenning voor alles wat ze voor Nederland hebben gedaan.

Leo Reawaruw, de man die twintig jaar geleden is begonnen met het opkomen voor de Molukse KNIL-soldaten is blij dat ze eindelijk de erkenning krijgen. Hij is echter nog niet klaar met actie voeren. ,,De eerste generatie KNIL-soldaten heeft recht op zo veel meer dan alleen eerherstel en erkenning. Wat dacht je van een compensatie voor de Tweede Wereldoorlog of het feit dat veel soldaten in een Jappenkamp hebben gezeten? We sturen een factuur naar het ministerie van Defensie met de herberekening voor de compensatie en het wachtgeld dat de soldaten .”

Pijn van de Molukkers

Het leed van de Molukkers begon voor het afpakken van de militaire rangorde in Nederland. In het geval van Bakarbessy begint dat met de onthoofding van zijn vader door de Japanners tijdens de Tweede Wereldoorlog. ,,Hij is eigenlijk voor Nederland gestorven. Hij zat ook bij het KNIL.” In navolging van zijn vader ging ook hij bij het leger, waar hij vanaf 1945 tegen de Indonesiërs vocht met Nederlandse jongens.

Toen Indonesië een onafhankelijke staat werd, wilde Bakarbessy het liefst naar huis. Naar het dorpje Waai op Ambon. Dat kon echter niet vanwege wegblokkades door de Indonesiërs. Meerdere KNIL-soldaten hadden hier last van, waarna de Nederlandse staat besloot om de Molukkers dan maar hier op te nemen.

In Nederland werden de soldaten met hun vrouwen in voormalige concentratiekampen geplaatst, met niks meer dan de kist kleding die ze mee mochten nemen. Toen later bleek dat zijn militaire rangorde was afgenomen was voor Bakarbessy de maat vol. Hij kan er nog steeds boos om worden: ,,Ik heb toch voor dit land gevochten? Waarom doe je dit dan?” Hij vertelt erbij dat hij toen de foto van koningin Juliana in stukjes heeft gescheurd en zijn medailles in het gras heeft gegooid.

Doorgegeven leed

Ook de kinderen van de eerste generatie KNIL-soldaten hier in Nederland delen de pijn van hun ouders. De kinderen van Bakarbessy zijn in Nederland geboren en de oudste heeft de eerste tien jaar van zijn leven doorgebracht in een kamp.

,,De pijn die schuil gaat achter bijvoorbeeld een kaping bij de Punt is voor Nederlanders niet te begrijpen. Het was niet goed dat ze het deden. Ambon had niet op die manier in het nieuws hoeven komen.” vertelt Bakarbessy.

Hoewel de woede is weg geëbd en Bakarbessy vooral zenuwachtig is over wat hij tegen de minister-president en de koning zal zeggen, zit de pijn er nog wel. Ook bij zijn kinderen. Een mengelmoes van verdriet, woede en frustratie van beide generaties

 

Mezak Bakarbessy uit Elst, een van de nog levende Molukse KNIL-soldaten die nu erkenning van hun zaak krijgen tijdens Veteranendag. 

https://www.gelderlander.nl/overbetuwe/eerherstel-voor-oud-knil-soldaat-mezak-bakarbessy-91~a180500e/

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *