Advocaat Michael Ruperti pleit in een brief aan de Tweede Kamer voor een al omvattend en periodiek uit te voeren gezondheidsonderzoek onder veteranen die de afgelopen veertig jaar in dienst zijn geweest. Het onderzoek moet worden uitgevoerd door een universitair medisch centrum.

De advocaat, gespecialiseerd in militaire zaken, schrijft dat er ongerustheid is onder veteranen over mogelijke gezondheidsschade die zij op missies hebben opgelopen. Vorige week deden Dutchbat-militairen die in de Bosnische burgeroorlog in de jaren 90 waren gelegerd in het hoofdkwartier in Potocari aangifte omdat ze zouden zijn blootgesteld aan giftige stoffen.

Maar ook veteranen uit andere, recentere missies denken dat zij mogelijk blootgesteld zijn geweest aan giftige stoffen. Het zou bijvoorbeeld gaan om asbest, verarmd uranium dat onder meer in munitie zit, verontreinigde lucht door brandende afvalhopen (‘burnpits’) en straling.

Minister: het voegt niets toe

In een reactie zegt minister Bijleveld dat Defensie al heel veel onderzoek doet en laat doen naar de gezondheid van veteranen. “Defensie neemt hun gezondheid altijd zeer serieus. We hebben een heel goed zorgsysteem voor veteranen.”

Een algeheel onderzoek, zoals Ruperti voorstelt, voegt volgens de minister niets toe. Ze vindt het vooral belangrijk dat militairen met gezondheidsklachten zich kunnen melden bij het Veteranenloket van Defensie, zodat er ook iets aan hun klachten kan worden gedaan.

Longen

De meest voorkomende klachten zijn volgens Ruperti aandoeningen aan de longen, luchtwegen, maag en darmen. Vele veteranen leggen een verband met de locaties waar zij verbleven, zoals Libanon, voormalig Joegoslavië, Irak, Afghanistan, Mali en Litouwen. Ruperti wijst erop dat tot op heden geen overkoepelend onderzoek is gedaan en dat het daarom moeilijk is causale verbanden te leggen.

Ook bij andere juristen melden zich geregeld veteranen met gezondheidsklachten. Een van die juristen, Ferre van de Nadort, is ook voorstander van zo’n groot gezondheidsonderzoek. Hij kaartte aan dat tientallen Nederlandse militairen denken dat ze tijdens hun uitzending in Afghanistan gezondheidsklachten hebben gekregen door burnpits.

Dat aantal loopt inmiddels flink op. Binnen twee weken hebben 110 militairenzich gewend tot een meldpunt van Defensie omdat ze denken dat ze ziek zijn geworden door die burnpits of zich daar zorgen over maken. Van de Nadort zelf is naar eigen zeggen door meer dan 200 veteranen benaderd.

Er zijn sinds het begin van de Tweede Wereldoorlog 650.000 Nederlandse militairen uitgezonden. Daarvan leven er nog 110.000, van wie er nu nog zo’n 25.000 in actieve dienst zijn.

(Bron: Veteraneninstituut)

Dat er geregeld onrust is, merkt ook het Veteraneninstituut. Bij dat instituut, dat het veteranenbeleid van Defensie uitvoert, komen vaker telefoontjes binnen van ongeruste veteranen. “Wij voeren alleen de wet uit, maar dat er zorgen zijn is evident”, zegt een woordvoerder. “We kunnen alleen wat doen als de causaliteit tussen uitzending en gezondheidsschade is aangetoond. Bij acute zorg helpen we, de rest melden we bij Defensie.”

Valse verwachtingen

Militaire vakbonden pleiten naar aanleiding van Ruperti’s oproep voor een uitgebreide inventarisatie van de klachten van veteranen. “Het zou goed zijn om een onafhankelijke organisatie te laten inventariseren wat de omvang en de aard van de klachten van de veteranen zijn, die in dezelfde uitzendgebieden en werklocaties hebben gediend”, zegt VBM-voorzitter Debie. “Om vervolgens op vrijwillige basis gezondheidsonderzoek naar de klachten te laten doen, indien daarvoor aanleiding bestaat.”

Daarnaast merkt Debie op dat gevaarlijke stoffen waaraan militairen mogelijk zijn blootgesteld vaak niet meer goed terug te vinden zijn. “De zorg van militairen kan ik me goed voorstellen. Er is niets op tegen om deze zorg door wetenschappelijk onderzoek te proberen weg te nemen.”

Voorzitter Kropf van de vakbond ACOM sluit zich aan bij Debie. Hij herkent de zorgen: “Het zijn dingen die enorm leven onder veteranen. Zo’n onderzoek zou dan door het Rijk betaald moeten worden en niet per se door Defensie zelf. Gezondheidsklachten zijn een enorm zorgpunt bij mensen die op missie zijn geweest. Echt heel veel mensen hebben het idee: ik ben veteraan, maar ik kan nergens terecht met mijn klachten.”

AFMP-voorzitter Snels zegt dat Defensie-werknemers het in elk geval moeten melden als ze in aanraking zijn geweest met gevaarlijke stoffen. “Goede registratie is van wezenlijk belang omdat sommige ziekten zich op lange termijn uiten. Ik vraag me wel af of zo’n breed, alomvattend onderzoek mogelijk is en of het geen valse verwachtingen wekt.”

Periodieke controle

Het Veteranenplatform is voorstander van een periodieke keuring zoals die er vroeger was, zegt voorzitter Hein Scheffer. Hij vindt dat Ruperti te veel wil. “Laten we nu eerst eens gezondheidsonderzoek doen onder militairen die nu nog actief in dienst zijn. Ik ben voor periodiek, bijvoorbeeld eens in de vijf jaar, een controle van bloed, urine, longen en hart. Daaruit zouden al veel gegevens gehaald kunnen worden.”

Ruperti schrijft in zijn brief aan de Kamer dat veteranen om de drie tot vijf jaar gemonitord moeten worden. Zo kan bekeken worden of deze groep, die medisch gekeurd is voordat ze worden uitgezonden, afwijkt van een controlegroep uit de reguliere bevolking.

“Tweede Kamerleden hebben opdracht gegeven tot de missie en moeten nu de minister opdracht geven dit gezondheidsonderzoek uit te voeren. Ik denk dat daarvoor wel een meerderheid te vinden is”, zegt de advocaat.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *