PERSBERICHT MALUKU4MALUKU 11.08.2019
In de week van de Nederlands-Indië herdenkingen ten aanzien van de capitulatie van Japan 15 augustus 1945 maakt Stichting Maluku4Maluku het volgende bekend:
Als belangenbehartiger van veteranen en hun relaties(Veteranenwet) die tegen Japan hebben gevochten in het Koninklijk Nederlands Indisch Leger maken wij, als stichting Maluku4Maluku, het volgende bekend. Wij nemen afstand van de opheffing van de KNIL die in het staatsblad is afgedrukt, en ook die door het koningshuis onder leiding van koningin Juliana is bekrachtigd op 26.07.1950
In het staatsblad wordt gesproken over het Koninklijk Nederlands Indonesisch Leger dit is een grove belediging voor een ieder die trouw is gebleven, tijdens de Tweede Wereldoorlog tegen Japan. Zij hadden toen al een arbeidsovereenkomst met de KNIL. Daarna ook met hetzelfde dienstverband met het Koninklijk Nederlands Indisch Leger doorging als actief militair, na 15 augustus 1945.
Maluku4Maluku neemt namens de veteranen de stellingname in dat het Koninklijk Nederlands Indisch Leger nooit is opgeheven, en technisch gezien nog bestaat. Over welke veteranen hebben wij het? Indisch en Nederlands, maar ook Surinaams, Antilliaans en Joods. Natuurlijk ook het grote aantal Molukse veteranen die warempel op dienstbevel als Nederlands Indische militair op voor maximaal zes maanden naar Nederland kwam. Voor deze groep veteranen is het de ergste belediging die de Nederlandse Staat kan maken. Zie bijlage dankbrief aan de Ambonezen met betrekking tot de Japanse bezetting van koningin Wilhelmina.
Stichting Maluku4Maluku verklaart ook dat men het totaal oneens is met de gang van zaken die het Indisch Herdenking 15 augustus inneemt, dat de KNIL Ambonezen en hun aanverwante veteranen een te politiek beladen onderwerp is. Dat zij geen prominentere rol kunnen krijgen binnen de herdenking in Den Haag. Ook is het schandalig dat op 14 augustus tijdens de besloten herdenking in de Tweede Kamer geen plaats is ingeruimd voor de enige belangenbehartiger van de KNIL veteranen. Zelfs niet eens de moeite is genomen om een uitnodiging te verzenden aan Maluku4Maluku
Als bijlage zenden wij een email aan de voorzitter van de Tweede Kamer mevrouw K.Arib, met de vraag of ze dit wilde voorleggen. Daarop geen antwoord gekregen. Daarom neemt Maluku4Maluku het volgende in beraad, en dat is aangifte van discriminatie tegen het Nederlands Indië herdenking 15 augustus. Want al jaren proberen wij als KNIL Ambonezen een prominentere plek te krijgen. Uitspraken van Erry Stoove en Yvonne Genugten worden dan gemaakt dat het een te politiek beladen onderwerp is. Maar wanneer men subsidies gaat binnenhalen spreekt men wel ineens over de Molukse gemeenschap? Terwijl ze er tototaal niets mee hebben. Men wil niet aan het onderwerp Molukkers wilt branden, afgezien hun als excuus aan te brengen bij subsidies:
Dit persbericht zal ook naar hun organisaties waaronder het zogeheten Indisch Herinneringscentrum in Den Haag. Waarvan Maluku4Maluku het niet ziet als een totale afrekening en vereffening van openstaande ereschulden naar de Molukse gemeenschap toe. Mogelijk wel voor de familieleden van Stoove en Genugten en hun vrienden, maar niet voor ons nazaten van de KNIL Ambonezen.
Ik heb het altijd gek gevonden dat wij in de jaren toen wij nog in Nederland woonden altijd “statenloos” waren. In Maret 1969 vertrokken wij naar Indonesië (waarom????) Dus nu al weer 50 jaar hier in Jakarta. Wij weten nu wat echte armoe is. Zonder AOW/Pensioen.
Ik doe mee Payback en wil dit graag ondersteunen!
Allereerst is het voor mij na het lezen van het besluit K 309 nu pas voor het eerst duidelijk waartegen word geageerd. Ik heb nooit getwijfeld aan de oprechtheid van de argumenten gezien de wetenschap over het handelen van de Nederlandse regering. Ik sta nu nog gemotiveerder achter jullie argumenten.
Ook over de inbreng van de Indische en Molukse gemeenschap heb ik commentaar geleverd vooral de muzikale inbreng. Klassieke muziek kan met mate de impact is te groot. Het Indisch onze Vader bv moet gezongen worden door Molukse/Indisch koor ook voor de sfeer is meer oosterse muziek noodzakelijk.