Veteranendag vol schouderklopjes, anekdotes en openlijke trots
De Telegraaf NIELS RIGTER 01 jul. 2018 in BINNENLAND
Het is inderdaad wel eens anders geweest, zegt Wilco Slotboom (55), die twee keer naar Bosnië werd uitgezonden. Met zijn jongste zoon aan de hand begeeft hij zich naar de Ridderzaal, waar de koning, het kabinet en de defensietop de jaarlijkse ceremonie van Veteranendag omlijsten. Al die bezoekers voor deze dankdag voor de mensen die zich hebben ingezet voor de vrede, het worden er elk jaar meer. Maar ook hoe de kranten erover schrijven en de reacties uit de omgeving. ,,De tijden zijn veranderd”, zegt Slotboom.
Toen hij in Bosnië zat, eerst als onderdeel van de VN en daarna met het 42 Bataljon Limburgse Jagers dat voor de IFOR-vredesmacht de ’boel opruimde’, keurde de maatschappij hem amper een blik waardig. Begrip of hulp was er zeker niet. „Toen ik een weekje naar huis mocht, wilde ik een weekje met de kinderen naar Euro Disney. De school zei: dat doe je maar in de vakantie. Voor zoiets zou nu veel meer medewerking zijn.”
Verrijking
De veteraan, één van de 111.000 die Nederland rijk is, ziet dat niet alleen de waardering, maar ook de zorg voor veteranen enorm is verbeterd. PTSS is erkend als beroepsziekte, er zijn betere behandelmethodes, defensie stelt zich soepeler op om personeel te helpen of zaken te schikken. „Dat wil natuurlijk niet zeggen dat alle veteranen getraumatiseerd zijn. Verre van. Voor de meesten is een uitzending een ervaring die hun leven verrijkt.”
Defilé of te wel militaire parade voor de koning Bapa Abe Paliama en Bapa Mezak Bakarbessy namens alle KNIL Ambonezen
Als iemand daarvan kan getuigen, dan is het de 100-jarige Martin Jansen, die vol enthousiasme vertelt over de kameraadschap rond het mitrailleursnest dat hij in 1940 in Hoogland als schutter en stukscommandant bediende. „Het was zo’n zware Schwarzlose, watergekoeld, die je in karren moest verplaatsen. Daarmee hebben we storend vuur gelegd op een kruispunt in Nijkerk.” Zijn kapitein zou later overlopen. „Die is na de oorlog tegen de muur gezet – gelukkig.” Hij vertelt er vanuit zijn rolstoel luchtig over. „Het was een geweldige tijd”, zegt Jansen, die na de oorlog als deurwaarder voor de belastingdienst zijn brood verdiende, veelal op de Amsterdamse Wallen. „Wat ik uit de oorlog heb geleerd? Dat je een oorlog niet kunt winnen. Je kunt alleen de vrede winnen.”
Vergeten groep
Even later zit premier Rutte geknield bij Jansen een grap te vertellen over Churchill die op 95-jarige leeftijd een foto laat maken. „De fotograaf zegt: ’Wat zou het geweldig zijn als ik ook een foto van u kan maken als u honderd wordt’. Waarop Churchill de fotograaf aankijkt en zegt: ’U ziet er best goed uit, dus dat moet kunnen’.”
Rutte heeft eerder op de dag de 90-jarige Molukse KNIL-veteraan Mezak Bakarbessy in het Torentje op bezoek gehad. Hij was 15 toen de Japanners Nederlands-Indië bezetten en werd gevangengenomen met vader en broer. Zijn vader werd onthoofd. Zes van de acht broers overleven de oorlog niet. Na de Japanse capitulatie diende hij tot 1950 in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. Na het verlies van Nederland in de dekolonisatieoorlog wilde hij terug naar Ambon, maar belandde hij met zijn vrouw in Kamp Vossenbos, waar hij zonder een cent soldij of pensioen werd ontslagen uit het leger. „De Molukse KNIL-veteranen zijn lange tijd onvoldoende onderdeel geweest van de veteranengroep”, zegt Rutte in zijn toespraak in de Ridderzaal. „Zij vormden een vergeten groep, die te weinig erkenning en waardering heeft gekregen. Dat is gelukkig veranderd.”
Eerste generatie tijdens KNIL Ambonezen Reünie georganiseerd door stichting Maluku4Maluku in samenwerking met Veteranen Instituut Doorn
Thuisfront
Waardering. Het is een woord dat dat valt bij iedere veteraan of familielid die de waarde van Veteranendag onder woorden probeert te brengen. Want laten we vooral de familie en vrienden van militairen op uitzending niet vergeten, zegt Melody Klaver, vriendin van Timo Smeehuijzen, die in 2007 omkwam door een aanslag tijdens de NAVO-missie in Uruzgan. Het klinkt zo vanzelfsprekend als je hoort: 400 militairen uitgezonden naar Mali, zegt zij. „Maar al die vierhonderd militairen hebben een leger van een thuisfront achter zich.” Dat thuisfront heeft een positie als man van een zwangere vrouw, zegt zij. „Zij doet het zware werk, je ziet haar moeilijke momenten, bent vaak hulpeloos, maar probeert haar zo goed mogelijk te steunen. Militairen zijn sterk, maar het thuisfront net zo.”
https://www.telegraaf.nl/nieuws/2241282/waardering-voor-leger-achter-de-helden
Mooie beelden