Geachte locoburgemeester, actieve militairen en veteranen met hun thuisfront. Maar ook nabestaanden van families die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt tijdens de bezetting van Japan in Azië. Met name in het voormalig Nederlands-Indië, en alle andere aanwezigen. Ik wil mijn dank uitspreken richting de organisatie Stichting Veteranen Hoogeveen en omstreken en Gemeente Hoogeveen dat ik hier mag staan.
(DE SPEECH VAN SARAH DE LIMA IS GESPITS OP DE ERVARINGEN VAN HAAR FAMILIE IN DE PERIODE VAN DE JAPANSE BEZETTING DESTIJDS)
Mijn naam is Sarah de Lima ik kom uit Hoogeveen, en sta ook bekend als de vicevoorzitter van de landelijke belangenbehartiger van de KNIL Ambonezen Stichting Maluku4Maluku. Ik ben ook moeder en grootmoeder, en mijn achternaam, de Lima, komt van het eiland Ambon van de plaats Waai. Ik ben ook zelf kind van een KNIL veteraan, mijn vader was actief na de bezetting van Japan. Maar mijn grootvader Johannes Geli Resiona was voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog ook militair bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. Mijn opa werd geboren op 8 maart op 1909 te Larantuka Flores op het eiland Timor. Hij heeft alle ellende meegemaakt die onder het Japanse bezetting werd uitgevoerd, met behulp van de Javaanse pemuda’s. Mijn opa Resiona werd in krijgsgevangenschap en voor de capitulatie op 11 oktober 1944 onthoofd door de Japanners in Ambrawa op Java. Hij mocht maar 35 jaar worden. Wij als nabestaanden van veteraan Resiona zijn dan ook heel blij dat vorig jaar zijn naam ook op het monument is bijgeschreven, waar wij nu staan.
De Japanse bezetting in het voormalig Nederlands-Indië mag nooit vergeten worden, ten eerste men zou dan niet recht doen aan alle militairen en vooral Molukse verzetshelden die weigerden de strijdbijl neer te leggen. Maar ten tweede we mogen ook nooit vergeten, hoeveel slachtoffers zijn gevallen. Vooral in de Japanse strafkampen zoals Birma. Wanneer men beseft dat er nu in het jaar afgerond twee miljoen Nederlanders banden hebben met het voormalig Nederlands-Indië. Is deze herdenking net zo belangrijk als de Nationale Dodenherdenking 4 mei in Amsterdam, waar ik in het jaar 2018 ook als genodigde bij alle plechtigheden aanwezig mocht zijn.
Dat was een hele eer, maar dat ik hier ook mag staan vind ik een net zo grote eer. Omdat ik mijn vader en grootvader als KNIL Ambonezen oftewel veteranen mag herdenken in een speech in mijn eigen mooie gemeente Hoogeveen. Jammer genoeg moesten wij begin dit jaar afscheid nemen van KNIL Ambonees veteraan bapa Anies Eiromkui. Zijn kinderen leggen een krans voor alle KNIL Ambonezen – veteranen en hun partners namens onze Molukse samenleving. Gelukkig heeft veteraan Eiromkui ook militaire elementen gehad tijdens zijn afscheid. Dit allemaal dankzij onze frontman van Maluku4Maluku, tevens veteraan Leo Reawaruw.
Kijk hieronder naar filmverslag van begrafenis van KNIL Ambonees / veteraan bapa Anies Eiromkui
En als Molukse is het ook een eer om dit te doen in het jaar dat wij als Molukse samenleving herdenken dat het 70 jaar geleden is dat onze KNIL veteranen voor een duur van maximaal zes maanden naar Nederland kwamen. Let wel op militair bevel. Dat alles, inclusief 15 augustus 1945 mogen wij nooit vergeten!
Want dat zijn wij verplicht om de geschiedenis te herdenken en door te geven aan de komende generaties of dit nu Molukkers of Indo’s of Nederlanders zijn? Maakt niets uit. Want zoals vaak gezegd, wie zijn verleden niet kent? Zal verdwalen vandaag de dag of in de toekomst.
Ik dank u voor uw aandacht!
Eerste ‘Lokale Indië Herdenking 15 augustus 1945’ in Hoogeveen maakt indruk: ‘Wie zijn verleden niet kent zal vandaag of in de toekomst verdwalen’
Zo’n honderd belangstellenden hebben zondagmiddag in Hoogeveen de ‘Lokale Indië Herdenking 15 augustus 1945’ bijgewoond. Het was voor het eerst dat deze ceremonie, die met name door aangrijpende persoonlijke verhalen indruk maakte, in Hoogeveen werd gehouden. Dit dankzij de inzet van de Stichting Veteranen Hoogeveen en omstreken.
De late middagzon schijnt op het oorlogsmonument aan de Zuiderweg. De Nederlandse vlag, die halfstok hangt, wappert in de wind. Langzaam maar zeker stromen belangstellenden toe. Onder hen enkele veteranen, veelal herkenbaar aan hun uniform, maar bovenal veel Molukse inwoners van Hoogeveen. Allen zijn gekomen om stil te staan bij het einde van de bezetting van voormalig Nederlands-Indië, wat tevens wereldwijd het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog betekende doordat Japan in Azië capituleerde, en om de slachtoffers van de Japanse bezetting aldaar te herdenken.
Zestien namen
Glenn Bloemberg, voorzitter van Stichting Veteranen Hoogeveen en omstreken, spreekt onder meer zijn dankbaarheid voor de aanwezigheid van locoburgemeester Jan Zwiers. ,,Met uw aanwezigheid onderschrijft u het belang dat Hoogeveen hecht aan het herdenken van wat destijds in Nederlands-Indië is gebeurd.” Bloemberg belooft een jaarlijks terugkerende ceremonie. ,,Want op dit oorlogsmonument staan ook namen van Hoogeveners die toentertijd in Nederlands-Indië zijn omgekomen.” Een lijst die niet compleet is, zo heeft onderzoek door historicus Albert Metselaar van Stichting Informatiecentrum Geschiedenis Hoogeveen & Hollandscheveld e.o. uitgewezen. Er ontbreken zestien namen. Namen die deze middag een voor een worden opgelezen, waarna zestien aanwezigen voor elk van hen een zonnebloem bij het monument neerleggen.
Locoburgemeester Zwiers noemt het waardevol dat 76 jaar later een dergelijke herdenking, naast de landelijke ceremonie in Den Haag, alsnog ook in Hoogeveen plaatsvindt. ,,Het is nooit te laat om leed te erkennen”, stelt hij. Ook vindt hij het belangrijk dat wordt stilgestaan bij wat de militairen van toen meemaakten. ,,Want nog steeds worden militairen naar crisisgebieden gestuurd om in het belang van Nederland vrede, veiligheid en stabiliteit te bewerkstellingen. Soms ten koste van het hoogste offer. Deze militairen, onze veteranen, verdienen daarom respect, oprechte waardering en een warme ontvangst thuis. Zij verdienen het om erkend en gehoord te worden. Ook dat hebben wij geleerd van het verleden.”
Een hoornblazer geeft het signaal taptoe, waarna 1 minuut stilte volgt. Terwijl Johnny Resiona, kleinzoon van een van de namen op het monument, de vlag in top hijst, wordt het signaal Reveille voor de infanterie gespeeld. Aansluitend worden bloemen gelegd en brengen Patrick Unitli op gitaar en zijn zus Elly (zang) een door henzelf geschreven lied ten gehore.
Ingetogen herdenking
Het is een ingetogen herdenking, waarbij vooral de persoonlijke verhalen indruk maken. Van Ton Grollé, bestuurslid van de Stichting Veteranen Hoogeveen en omstreken. Japanse commando’s en cijfers klinken uit zijn mond. ,,Commando’s die in het geheugen gegrift staan van mijn vader. Als 12-jarige leerde hij ze op het dagelijkse appel in de Japanse interneringskampen.” De vader van Grollé vertrok in 1937 op 4-jarige leeftijd met zijn ouders, zus en broertje naar Nederlands-Indië. Zijn grootvader was hen eerder dat jaar als marineman a/b van de kruiser De Ruyter voorgegaan. ,,Mijn grootvader zou nooit meer terugkeren. In de nacht van 27/28 februari 1942 zou hij aan boord van het schip dat hem naar Indië bracht in de ongelijke strijd tegen de Japanners sneuvelen.” Grollé’s vader heeft de oorlog nooit goed kunnen verwerken. Hij spreekt van een sluier van Tweede Wereldoorlog, Indië en verdriet die over het gezin hing. ,,Er werd spaarzaam over gesproken in de familie, maar uiteindelijk werd er voornamelijk over gezwegen, gezwegen en nogmaals gezwegen”, herinnert Grollé zich. Hij sluit af met het gedicht Zoals iedere dag van Hans Dehne: ‘Ik denk. Ik herdenk. Denk ik? Herdenk ik? Ik leef nu. Leef ik nu? Ik zat in het kamp. Het kamp zit in mij’.”
Onthoofd
De Hoogeveense Sarah de Lima is vicevoorzitter van de landelijke belangenbehartiger van de KNIL Ambonezen Stichting Maluku4Maluku en zelf kind en kleinkind van een KNIL-veteraan. ,,Mijn opa Johannes Geli Resiona werd in krijgsgevangenschap en voor de capitulatie op 11 oktober 1944 onthoofd door de Japanners in Ambrawa op Java. Hij mocht maar 35 jaar worden.” Zij laat weten als nabestaanden heel blij te zijn dat vorig jaar zijn naam ook op het Hoogeveense oorlogsmonument is bijgeschreven. Ze stelt dat de Japanse bezetting in het voormalig Nederlands-Indië nooit vergeten mag worden. ,,Ten eerste zou men dan niet recht doen aan alle militairen en vooral Molukse verzetshelden die weigerden de strijdbijl neer te leggen. Ten tweede mogen we nooit vergeten hoeveel slachtoffers zijn gevallen. Vooral in de Japanse strafkampen.” De Lima noemt de herdenking van vandaag net zo belangrijk als de Nationale Dodenherdenking op 4 mei. En ook zij benadrukt het belang van herdenken. ,,Want wie zijn verleden niet kent zal verdwalen vandaag de dag of in de toekomst.”
Haar zussen Delailah de Lima en Julia Mulder-de Lima zijn trots op Sarah en hoe zij hun familiegeschiedenis heeft verwoord. Dankbaar kijken zij terug op de ceremonie. Ze zijn het er volmondig over eens: ,,Het voelt als erkenning.”